Zie jij wat er mis is met deze titel?

Er worden twee varianten van het Nederlands door elkaar gebruikt: Vlaams-Nederlands en Hollands-Nederlands. Afhankelijk van je doelgroep kan dat voor verwarring en zelfs misverstanden zorgen.

Wat wij in België een ‘zetel’ noemen, heet in Nederland een ‘(zit)bank’. En dat laatste wil in België dan weer geen zachte, comfortabele stoel betekenen, maar wel een harde tuinbank. Of de financiële instelling waar je je zuurverdiende centjes in bewaring geeft. ‘Nou’ is dan weer een overwegend ‘Hollands’ tussenwerpsel. In Vlaanderen zou je eerder ‘vooruit’, of in meer dialect, ‘allee’ zeggen. Zie je waar we naartoe gaan?

We spreken toch allemaal dezelfde taal?
Ja… en toch niet helemaal!

Lokaliseren van content

Je zegt meer met je woorden dan je denkt. En net daarom is het belangrijk om je doelgroep en hun bijhorende nuances, cultuur en voorkeuren in gedachten te houden. Denk niet te snel: Engels is Engels, of Frans is Frans, want per regio zijn er heel wat taalkundige verschillen te vinden. Om nog maar te zwijgen van culturele nuances! Een voorbeeld:

  • In het Waals-Frans zeggen we ‘septante’ (70) of ‘nonante’ (90), maar in Frankrijk zijn deze getallen ‘soixante-dix’ en ‘quatre-vingt-dix’.
  • Dîner wordt in Frankrijk gebruikt om de avondmaaltijd aan te duiden, maar in Wallonië gebruikt men dit woord ook voor de lunch. Dat kan wel eens voor hangry situaties zorgen!
  • In België zeggen we ‘Frans brood’ tegen stokbrood, oftewel: ‘Pain français’. In Frankrijk… zijn alle broden Frans. 😉 Daar zeggen ze gewoon ‘baguette’.

En om het dan helemaal moeilijk te maken: zelfs binnen Frankrijk zijn er verschillen. In Parijs zeggen ze ‘pain au chocolat’ tegen een chocoladebroodje, terwijl dat in het zuiden van Frankrijk een ‘chocolatine’ is.

Hoe je dit oplost? Door je content te lokaliseren. Dat is dus méér dan zomaar 1-op-1 vertalen: het is je content herwerken (terwijl je vertaalt) naar een boodschap die efficiënt overkomt bij een lokaal doelpubliek. Het zijn overigens niet altijd taalkundige verschillen:

  • Valuta aanpassen naar je doelgroep (van dollar naar euro)
  • Meeteenheden aanpassen (van inches naar centimeters)
  • Een andere call-to-action gebruiken die meer resoneert met je lokale doelgroep
  • Feestdagen aanpassen die niet bestaan in andere landen

Hoe doe je dat?

Door je doelgroep te begrijpen. Daarvoor moet je eerst onderzoek doen. Wie zijn ze? Wat spreekt hen aan? Welke ‘marketingtaal’ werkt bij hen het best? Kan je inhaken op lokale geschiedenis of bepaalde nationale referenties?

Je zou kunnen stellen dat het lokaliseren van content er eigenlijk op neer komt dat je een human touch toevoegt aan je content, en zo voor meer verbinding met je nieuwe doelgroep zorgt. En laat dat nu net iets zijn wat een automatische vertaal-tool niet kan.

Wist-je-dat twee op de drie B2B-klanten het liefst in hun moedertaal aankopen doet? Voor B2C-klanten is dat met 65 procent ongeveer hetzelfde.

Bron: K. Pierce, Principal Analyst, Forrester  

Native revisor

Klinkt ingewikkeld? Gelukkig hebben wij het lokaliseren van content helemaal in de vingers. Doordat we uitsluitend met native speakers werken die dus helemaal ondergedompeld zijn in hun cultuur en regio, wordt het lokaliseren van je content een fluitje van een cent.

Graag die human touch toevoegen aan je website, folders en andere contentdragers? Bel me, schrijf me, laat me vlug iets weten. See what I did there?